gecondoleerd

Dutch

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Participle

gecondoleerd

1. past participle of condoleren

Interjection

gecondoleerd

1. condolences; said to express sympathy with someone when hearing of a close death.

   Synonym: innige deelneming

   Ik hoorde dat je oma is gestorven, gecondoleerd. ― I heard that your grandmother passed away, my condolences.

Declension

Declension of gecondoleerd
uninflected	gecondoleerd
inflected	gecondoleerde
		positive
predicative/adverbial		gecondoleerd
indefinite	m./f. sing.	gecondoleerde
	n. sing.	gecondoleerd
	plural	gecondoleerde
definite		gecondoleerde
partitive		gecondoleerds