Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gedeclareerd

  1. past participle of declareren

Declension

edit
Declension of gedeclareerd
uninflected gedeclareerd
inflected gedeclareerde
positive
predicative/adverbial gedeclareerd
indefinite m./f. sing. gedeclareerde
n. sing. gedeclareerd
plural gedeclareerde
definite gedeclareerde
partitive gedeclareerds