Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gefundeerd

  1. past participle of funderen

Declension

edit
Declension of gefundeerd
uninflected gefundeerd
inflected gefundeerde
positive
predicative/adverbial gefundeerd
indefinite m./f. sing. gefundeerde
n. sing. gefundeerd
plural gefundeerde
definite gefundeerde
partitive gefundeerds