Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gegarandeerd

  1. past participle of garanderen

Declension

edit
Declension of gegarandeerd
uninflected gegarandeerd
inflected gegarandeerde
positive
predicative/adverbial gegarandeerd
indefinite m./f. sing. gegarandeerde
n. sing. gegarandeerd
plural gegarandeerde
definite gegarandeerde
partitive gegarandeerds