Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gegesticuleerd

  1. past participle of gesticuleren

Declension

edit
Declension of gegesticuleerd
uninflected gegesticuleerd
inflected gegesticuleerde
positive
predicative/adverbial gegesticuleerd
indefinite m./f. sing. gegesticuleerde
n. sing. gegesticuleerd
plural gegesticuleerde
definite gegesticuleerde
partitive gegesticuleerds