Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gelanceerd

  1. past participle of lanceren

Declension

edit
Declension of gelanceerd
uninflected gelanceerd
inflected gelanceerde
positive
predicative/adverbial gelanceerd
indefinite m./f. sing. gelanceerde
n. sing. gelanceerd
plural gelanceerde
definite gelanceerde
partitive gelanceerds

Anagrams

edit