Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gemoduleerd

  1. past participle of moduleren

Declension

edit
Declension of gemoduleerd
uninflected gemoduleerd
inflected gemoduleerde
positive
predicative/adverbial gemoduleerd
indefinite m./f. sing. gemoduleerde
n. sing. gemoduleerd
plural gemoduleerde
definite gemoduleerde
partitive gemoduleerds