Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gepatrouilleerd

  1. past participle of patrouilleren

Declension

edit
Declension of gepatrouilleerd
uninflected gepatrouilleerd
inflected gepatrouilleerde
positive
predicative/adverbial gepatrouilleerd
indefinite m./f. sing. gepatrouilleerde
n. sing. gepatrouilleerd
plural gepatrouilleerde
definite gepatrouilleerde
partitive gepatrouilleerds