Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gepensioneerd

  1. past participle of pensioneren

Declension

edit
Declension of gepensioneerd
uninflected gepensioneerd
inflected gepensioneerde
positive
predicative/adverbial gepensioneerd
indefinite m./f. sing. gepensioneerde
n. sing. gepensioneerd
plural gepensioneerde
definite gepensioneerde
partitive gepensioneerds

Derived terms

edit