Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geperfectioneerd

  1. past participle of perfectioneren

Declension edit

Inflection of geperfectioneerd
uninflected geperfectioneerd
inflected geperfectioneerde
positive
predicative/adverbial geperfectioneerd
indefinite m./f. sing. geperfectioneerde
n. sing. geperfectioneerd
plural geperfectioneerde
definite geperfectioneerde
partitive geperfectioneerds