Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gereciteerd

  1. past participle of reciteren

Declension

edit
Declension of gereciteerd
uninflected gereciteerd
inflected gereciteerde
positive
predicative/adverbial gereciteerd
indefinite m./f. sing. gereciteerde
n. sing. gereciteerd
plural gereciteerde
definite gereciteerde
partitive gereciteerds