Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

geregeerd

  1. past participle of regeren

Declension

edit
Declension of geregeerd
uninflected geregeerd
inflected geregeerde
positive
predicative/adverbial geregeerd
indefinite m./f. sing. geregeerde
n. sing. geregeerd
plural geregeerde
definite geregeerde
partitive geregeerds