Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gerijpt

  1. past participle of rijpen

Declension

edit
Declension of gerijpt
uninflected gerijpt
inflected gerijpte
positive
predicative/adverbial gerijpt
indefinite m./f. sing. gerijpte
n. sing. gerijpt
plural gerijpte
definite gerijpte
partitive gerijpts