Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

geslaapwandeld

  1. past participle of slaapwandelen

Declension

edit
Declension of geslaapwandeld
uninflected geslaapwandeld
inflected geslaapwandelde
positive
predicative/adverbial geslaapwandeld
indefinite m./f. sing. geslaapwandelde
n. sing. geslaapwandeld
plural geslaapwandelde
definite geslaapwandelde
partitive geslaapwandelds