geslachtsroede
Dutch
editEtymology
editFrom geslacht (“sex, gender; genitals”) + -s- + roede (“rod”).
Pronunciation
edit- Hyphenation: ge‧slachts‧roe‧de
Noun
editgeslachtsroede f (plural geslachtsroeden, diminutive geslachtsroedetje n)
- A penis
Synonyms
editRelated terms
edit- geslachtelijk (adjective)
- geslachtsdeel n
- geslachtsziekte
- gordijnroede m or f
- tuchtroede m or f