Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

gevormd

  1. past participle of vormen

Declension edit

Inflection of gevormd
uninflected gevormd
inflected gevormde
positive
predicative/adverbial gevormd
indefinite m./f. sing. gevormde
n. sing. gevormd
plural gevormde
definite gevormde
partitive gevormds