herhalingsteken
Dutch
editEtymology
editFrom herhaling (“repetition”) + -s- (“sign”) + teken.
Pronunciation
editNoun
editherhalingsteken n (plural herhalingstekens, diminutive herhalingstekentje n)
From herhaling (“repetition”) + -s- (“sign”) + teken.
herhalingsteken n (plural herhalingstekens, diminutive herhalingstekentje n)