heterogeen

Dutch

Etymology

From hetero- +‎ -geen.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

heterogeen (comparative heterogener, superlative heterogeenst)

1. heterogeneous

Inflection

Declension of heterogeen
uninflected	heterogeen
inflected	heterogene
comparative	heterogener
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		heterogeen	heterogener	het heterogeenst het heterogeenste
indefinite	m./f. sing.	heterogene	heterogenere	heterogeenste
	n. sing.	heterogeen	heterogener	heterogeenste
	plural	heterogene	heterogenere	heterogeenste
definite		heterogene	heterogenere	heterogeenste
partitive		heterogeens	heterogeners	—

Descendants

• → Indonesian: heterogen

Anagrams

• heterogene