Dutch

edit

Alternative forms

edit

Etymology

edit

Bahuvrihi compound of hoefijzer (horseshoe) +‎ neus (nose), calque of German Hufeisennase.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈɦuf.ɛi̯.zərˌnøːs/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: hoef‧ij‧zer‧neus

Noun

edit

hoefijzerneus m or f (plural hoefijzerneuzen)

  1. horseshoe bat, bat of the family Rhinolophidae [from late 18th c.]
    Synonym: hoefijzerneusvleermuis
    • 1896 December 14, “Merkwaardigheden uit een vleermuisleven”, in Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, No. 288, part 2, page 1:
      Rondom Maastricht leven twee soorten vleermuizen, de groote en de kleine hoefijzerneus (zóó genoemd naar de hoefijzervormige tastvliezen op den neus), die andere dieren wel eens wat bloed afzuigen.
      Two species of bats live around Maastricht, the greater and the lesser horseshoe bat (thus named after the horseshoe-shaped tactile leaves on the nose), that sometimes suck some blood from other animals.