ijskast
Dutch
editEtymology
editFrom ijs (“ice”) + kast (“cupboard”).
Pronunciation
editNoun
editijskast f (plural ijskasten, diminutive ijskastje n)
- refrigerator (originally a cupboard filled with ice to keep goods cool) [from mid/late 19th c.]
- Synonym: koelkast
- ca. 1862, "IJshandel", in Oom Diederik, Uit ons eigen land en uit den vreemde, publ. by H. A. M. Roelants, page 116.
- Een „refrigerator”, d. i. een draagbaar ijshuis (ijskast) ontbreekt nooit in het huis van een fatsoenlijk Amerikaan.
- A "refrigerator", t.i. a portable coolhouse (ice cupboard) is never absent from the home of a respectable American.