janboel
Dutch edit
Etymology edit
Pronunciation edit
Noun edit
janboel m (uncountable)
- mess, chaos, disorderly situation
- Robert Giebels, "De nieuwe mag het oplossen", Volkskrant, January 12, 2016.
- Het kan zijn doordat Van Miltenburg er een janboel van maakte.
- Maybe because Van Miltenburg made a mess of the situation.
- Het kan zijn doordat Van Miltenburg er een janboel van maakte.
- Robert Giebels, "De nieuwe mag het oplossen", Volkskrant, January 12, 2016.