Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈkaː.mərˌstʏk/
  • Hyphenation: ka‧mer‧stuk

Etymology 1

edit

From kamer (chamber (of parliament); room) +‎ stuk (document, piece).

Noun

edit

kamerstuk n (plural kamerstukken, diminutive kamerstukje n)

  1. (politics) A document treated in (any of the houses of) parliament.
  2. (theater, often diminutive) A short play suitable for being performed in a room or other small venue with a small cast.

Etymology 2

edit

From kamer +‎ stuk, calque of German Kammerstück.

Noun

edit

kamerstuk n (plural kamerstukken, diminutive kamerstukje n)

  1. (military, jargon, dated) A piece of artillery. [from late 18th c.]
    • 2005, Michiel A. G. de Jong, ‘Staat van Oorlog’: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1585-1621, Uitgeverij Verloren, page 209:
      Het aangekochte geschut varieerde van kleine steen— en kamerstukken van 600 pond gewicht, die kogels van 1 '/. pond schoten, tot de grote stukken van 6.000 pond gewicht voor kogels van 38 pond.
      (please add an English translation of this quotation)