Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

lijnend

  1. present participle of lijnen

Declension edit

Inflection of lijnend
uninflected lijnend
inflected lijnende
positive
predicative/adverbial lijnend
lijnende
indefinite m./f. sing. lijnende
n. sing. lijnend
plural lijnende
definite lijnende
partitive lijnends

Anagrams edit