Dutch

edit

Alternative forms

edit

Etymology

edit

Compound of lokken +‎ oma.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈlɔkˌoː.maː/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: lok‧oma

Noun

edit

lokoma f (plural lokoma's, diminutive lokomaatje n)

  1. A police officer posing as an elderly woman in an attempt to lure and arrest thieves.
    • 2007 27 februari, Ron Meerhof, "Verder op een glijdende schaal: de Rotterdamse lokhoer", Volkskrant.
      ‘Er waren al lokzakken, lokfietsen, de loklaptops op achterbanken van auto’s, en lokomaatjes om straatrovers te lokken’, zegt een woordvoerder van het OM.
      (please add an English translation of this quotation)