maatschappij

Dutch

Alternative forms

• maetschapy, maetschappy, maetschappij (obsolete)

Etymology

From maatschap +‎ -ij.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌmaːt.sxɑˈpɛi̯/

• Audio:

  (file)

• Rhymes: -ɛi̯
• Hyphenation: maat‧schap‧pij

Noun

maatschappij f (plural maatschappijen, diminutive maatschappijtje n)

1. company [From 1616]

   Synonyms: bedrijf, maatschap

2. society [From 1724]

   Synonyms: gemeenschap, samenleving

Derived terms

• afhankelijke maatschappij
• assurantiemaatschappij
• beheersmaatschappij
• beleggingsmaatschappij
• bergingsmaatschappij
• brievenbusmaatschappij
• distributiemaatschappij
• dochtermaatschappij
• financieringsmaatschappij
• groepsmaatschappij
• handelsmaatschappij
• holdingmaatschappij
• houdstermaatschappij
• investeringsmaatschappij
• luchtvaartmaatschappij
• maatschappijleer
• moedermaatschappij
• productiemaatschappij
• scheepsbouwmaatschappij
• trustmaatschappij
• verkoopmaatschappij
• verzekeringsmaatschappij
• waarborgmaatschappij
• werkmaatschappij
• zustermaatschappij

 

Descendants

• Afrikaans: maatskappy
• Negerhollands: maatskap
• → West Frisian: maatskippij
• → Caribbean Javanese: maskapèi
• → Indonesian: maskapai
• → Javanese: maskapé, maskepè, maskepik
• → Manado Malay: matskappij
• → Polish: maszoperia
• → Sranan Tongo: maskapei