Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

neergezien

  1. past participle of neerzien

Declension

edit
Declension of neergezien
uninflected neergezien
inflected neergeziene
positive
predicative/adverbial neergezien
indefinite m./f. sing. neergeziene
n. sing. neergezien
plural neergeziene
definite neergeziene
partitive neergeziens