Dutch edit

Etymology edit

on- +‎ achtzaam

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

onachtzaam (comparative onachtzamer, superlative onachtzaamst)

  1. inattentive, negligent

Inflection edit

Inflection of onachtzaam
uninflected onachtzaam
inflected onachtzame
comparative onachtzamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial onachtzaam onachtzamer het onachtzaamst
het onachtzaamste
indefinite m./f. sing. onachtzame onachtzamere onachtzaamste
n. sing. onachtzaam onachtzamer onachtzaamste
plural onachtzame onachtzamere onachtzaamste
definite onachtzame onachtzamere onachtzaamste
partitive onachtzaams onachtzamers

Derived terms edit

Descendants edit

  • Negerhollands: onachtsaam