onbewust

Dutch

Etymology

Inherited from Middle Dutch onbewist. Equivalent to on- +‎ bewust

Pronunciation

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: on‧be‧wust

Adverb

onbewust

1. subconsciously, unconsciously (without directed thought or awareness)

Adjective

onbewust (comparative onbewuster, superlative meest onbewust or onbewustst)

1. unconscious (without directed thought or awareness)

Declension

Declension of onbewust
uninflected	onbewust
inflected	onbewuste
comparative	onbewuster
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		onbewust	onbewuster	het onbewustst het onbewustste
indefinite	m./f. sing.	onbewuste	onbewustere	onbewustste
	n. sing.	onbewust	onbewuster	onbewustste
	plural	onbewuste	onbewustere	onbewustste
definite		onbewuste	onbewustere	onbewustste
partitive		onbewusts	onbewusters	—

Derived terms

• onbewustheid
• onbewustzijn

 

Related terms

• bewusteloos
• bewustzijn