Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Adjective

edit

onderdrukt (comparative onderdrukter, superlative onderdruktst)

  1. oppressed

Inflection

edit
Declension of onderdrukt
uninflected onderdrukt
inflected onderdrukte
comparative
positive
predicative/adverbial onderdrukt
indefinite m./f. sing. onderdrukte
n. sing. onderdrukt
plural onderdrukte
definite onderdrukte
partitive onderdrukts

Verb

edit

onderdrukt

  1. inflection of onderdrukken:
    1. second/third-person singular present indicative
    2. (archaic) plural imperative

Participle

edit

onderdrukt

  1. past participle of onderdrukken

Inflection

edit
Declension of onderdrukt
uninflected onderdrukt
inflected onderdrukte
positive
predicative/adverbial onderdrukt
indefinite m./f. sing. onderdrukte
n. sing. onderdrukt
plural onderdrukte
definite onderdrukte
partitive onderdrukts

Anagrams

edit