Dutch

edit

Etymology

edit

From on- +‎ gediplomeerd.

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧ge‧di‧plo‧meerd

Adjective

edit

ongediplomeerd (not comparable)

  1. diplomaless, undiplomaed
    Bij economische neergang zijn ongediplomeerde werknemers vaak de eersten die ontslag krijgen.During economic downturns, diplomaless employees are often the first to be laid off.

Inflection

edit
Declension of ongediplomeerd
uninflected ongediplomeerd
inflected ongediplomeerde
comparative
positive
predicative/adverbial ongediplomeerd
indefinite m./f. sing. ongediplomeerde
n. sing. ongediplomeerd
plural ongediplomeerde
definite ongediplomeerde
partitive ongediplomeerds

Synonyms

edit