Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -eːrt

Participle

edit

onteerd

  1. past participle of onteren

Declension

edit
Declension of onteerd
uninflected onteerd
inflected onteerde
positive
predicative/adverbial onteerd
indefinite m./f. sing. onteerde
n. sing. onteerd
plural onteerde
definite onteerde
partitive onteerds

Anagrams

edit