Dutch edit

Etymology edit

on- +‎ toereikend.

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

ontoereikend (comparative ontoereikender, superlative ontoereikendst)

  1. insufficient, inadequate, unsatisfactory
    Mijn Frans is ontoereikend om "De graaf van Monte-Cristo" te lezen.
    My French is inadequate for reading of "The Count of Monte Cristo".

Inflection edit

Inflection of ontoereikend
uninflected ontoereikend
inflected ontoereikende
comparative ontoereikender
positive comparative superlative
predicative/adverbial ontoereikend ontoereikender het ontoereikendst
het ontoereikendste
indefinite m./f. sing. ontoereikende ontoereikendere ontoereikendste
n. sing. ontoereikend ontoereikender ontoereikendste
plural ontoereikende ontoereikendere ontoereikendste
definite ontoereikende ontoereikendere ontoereikendste
partitive ontoereikends ontoereikenders

Synonyms edit

Antonyms edit