Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

opgedoemd

  1. past participle of opdoemen

Declension edit

Inflection of opgedoemd
uninflected opgedoemd
inflected opgedoemde
positive
predicative/adverbial opgedoemd
indefinite m./f. sing. opgedoemde
n. sing. opgedoemd
plural opgedoemde
definite opgedoemde
partitive opgedoemds