Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

opgeslagen

  1. past participle of opslaan

Declension edit

Inflection of opgeslagen
uninflected opgeslagen
inflected opgeslagen
positive
predicative/adverbial opgeslagen
indefinite m./f. sing. opgeslagen
n. sing. opgeslagen
plural opgeslagen
definite opgeslagen
partitive opgeslagens