Dutch

edit

Etymology

edit

From opkomen +‎ -st. See also By surface analysis, op- +‎ komst.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈɔpˌkɔmst/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: op‧komst

Noun

edit

opkomst f (plural opkomsten, diminutive opkomstje n)

  1. rise (of the sun or moon)
    Synonym: opgang
    Coordinate term: ondergang
    De opkomst van de zon was prachtig vanmorgen.The rise of the sun was beautiful this morning.
    Veel mensen genieten van de opkomst van de maan.Many people enjoy the rise of the moon.
    Ze schilderde de opkomst van de zon boven de bergen.She painted the sunrise over the mountains.
  2. turnout, attendance
    De opkomst voor het evenement was hoger dan verwacht.The turnout for the event was higher than expected.
    De lage opkomst bij de vergadering was teleurstellend.The low attendance at the meeting was disappointing.
    De opkomst bij de verkiezingen was aanzienlijk.The turnout at the elections was significant.

Derived terms

edit