Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

overgedragen

  1. past participle of overdragen

Declension edit

Inflection of overgedragen
uninflected overgedragen
inflected overgedragen
positive
predicative/adverbial overgedragen
indefinite m./f. sing. overgedragen
n. sing. overgedragen
plural overgedragen
definite overgedragen
partitive overgedragens