Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -eːft

Participle

edit

overleefd

  1. past participle of overleven

Declension

edit
Declension of overleefd
uninflected overleefd
inflected overleefde
positive
predicative/adverbial overleefd
indefinite m./f. sing. overleefde
n. sing. overleefd
plural overleefde
definite overleefde
partitive overleefds