respectievelijk

Dutch

Etymology

From respectief +‎ -lijk.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

respectievelijk (not comparable)

1. respective

Inflection

Declension of respectievelijk
uninflected	respectievelijk
inflected	respectievelijke
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		respectievelijk
indefinite	m./f. sing.	respectievelijke
	n. sing.	respectievelijk
	plural	respectievelijke
definite		respectievelijke
partitive		respectievelijks

Adverb

respectievelijk

1. respectively

Synonyms

• resp.