Dutch edit

Alternative forms edit

Etymology edit

Compound of rus (rush) +‎ -en- +‎ pol (turf, sod).

Pronunciation edit

  • IPA(key): /ˈrʏ.sə(n)ˌpɔl/
  • Hyphenation: rus‧sen‧pol

Noun edit

russenpol m (plural russenpollen, diminutive russenpolletje n)

  1. turf of rush
    • 2007 May 23, de Stentor, "Jonen vecht tegen de verpaupering".
      Geen grutto, koekoeksbloem of dotterbloem meer te vinden tussen oprukkende russenpollen en elzenbosjes.