Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

snellend

  1. present participle of snellen

Declension edit

Inflection of snellend
uninflected snellend
inflected snellende
positive
predicative/adverbial snellend
snellende
indefinite m./f. sing. snellende
n. sing. snellend
plural snellende
definite snellende
partitive snellends