Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

tongzoenend

  1. present participle of tongzoenen

Declension

edit
Declension of tongzoenend
uninflected tongzoenend
inflected tongzoenende
positive
predicative/adverbial tongzoenend
tongzoenende
indefinite m./f. sing. tongzoenende
n. sing. tongzoenend
plural tongzoenende
definite tongzoenende
partitive tongzoenends

Anagrams

edit