Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

verdrijvend

  1. present participle of verdrijven

Declension

edit
Declension of verdrijvend
uninflected verdrijvend
inflected verdrijvende
positive
predicative/adverbial verdrijvend
verdrijvende
indefinite m./f. sing. verdrijvende
n. sing. verdrijvend
plural verdrijvende
definite verdrijvende
partitive verdrijvends