Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)
  • Rhymes: -eːlt

Participle edit

vergeeld

  1. past participle of vergelen

Declension edit

Inflection of vergeeld
uninflected vergeeld
inflected vergeelde
positive
predicative/adverbial vergeeld
indefinite m./f. sing. vergeelde
n. sing. vergeeld
plural vergeelde
definite vergeelde
partitive vergeelds