verlicht

Dutch

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Verb

verlicht

1. inflection of verlichten:
   1. first/second/third-person singular present indicative
   2. imperative

Participle

verlicht

1. past participle of verlichten

Declension

Declension of verlicht
uninflected	verlicht
inflected	verlichte
		positive
predicative/adverbial		verlicht
indefinite	m./f. sing.	verlichte
	n. sing.	verlicht
	plural	verlichte
definite		verlichte
partitive		verlichts