Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

veropenbaard

  1. past participle of veropenbaren

Declension edit

Declension of veropenbaard
uninflected veropenbaard
inflected veropenbaarde
positive
predicative/adverbial veropenbaard
indefinite m./f. sing. veropenbaarde
n. sing. veropenbaard
plural veropenbaarde
definite veropenbaarde
partitive veropenbaards