Dutch

edit

Etymology

edit

From vertrouwen +‎ -s- +‎ breuk. Compare German Vertrauensbruch.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /vərˈtrɑu̯.ənsˌbrøːk/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ver‧trou‧wens‧breuk

Noun

edit

vertrouwensbreuk f (plural vertrouwensbreuken)

  1. (law) breach of trust
    De directeur van het bedrijf werd beschuldigd van een vertrouwensbreuk toen hij geld van het bedrijf voor persoonlijke doeleinden gebruikte.
    The company's director was accused of a breach of trust when he used company funds for personal purposes.

See also

edit