Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

verzoekend

  1. present participle of verzoeken

Declension edit

Inflection of verzoekend
uninflected verzoekend
inflected verzoekende
positive
predicative/adverbial verzoekend
verzoekende
indefinite m./f. sing. verzoekende
n. sing. verzoekend
plural verzoekende
definite verzoekende
partitive verzoekends