Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -aːrt

Participle

edit

verzwaard

  1. past participle of verzwaren

Declension

edit
Declension of verzwaard
uninflected verzwaard
inflected verzwaarde
positive
predicative/adverbial verzwaard
indefinite m./f. sing. verzwaarde
n. sing. verzwaard
plural verzwaarde
definite verzwaarde
partitive verzwaards