voedsel
Afrikaans edit
Etymology edit
From Dutch voedsel, from Middle Dutch voetsel. Equivalent to voed + -sel.
Pronunciation edit
Noun edit
voedsel (uncountable)
Derived terms edit
Dutch edit
Etymology edit
From Middle Dutch voetsel. Equivalent to voeden + -sel.
Pronunciation edit
Noun edit
voedsel n (plural voedsels)
- food
- Er is voldoende voedsel voor iedereen op het feest.
- There is enough food for everyone at the party.
- Groenten en fruit zijn gezond voedsel.
- Vegetables and fruits are healthy food.
- Ze doneren voedsel aan het lokale opvangcentrum.
- They donate food to the local shelter.
- nutrient
Derived terms edit
- basisvoedsel
- voedselaanbod
- voedselallergie
- voedselarm
- voedselbank
- voedselbon
- voedselbron
- voedselketen
- voedselpiramide
- voedselproductie
- voedselrijk
- voedselvergiftiging
- voedselvoorziening
Descendants edit
- Afrikaans: voedsel