volksvertegenwoordiging

Dutch

edit

Etymology

edit

From volk (people) +‎ -s- +‎ vertegenwoordiging (representation).

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈvɔlks.fər.teː.ɣə(n)ˌʋoːr.də.ɣɪŋ/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: volks‧ver‧te‧gen‧woor‧di‧ging

Noun

edit

volksvertegenwoordiging f (plural volksvertegenwoordigingen, diminutive volksvertegenwoordiginkje n)

  1. a representative body, assembly, house in which representatives assemble
    • 1966 September 20, “Troonrede 1966 [Speech from the throne 1966]”, in Parlement.com[1], retrieved 3 October 2023:
      De Regering (...) wil bevorderen dat de kritische belangstelling, die bij velen voor het openbaar gebeuren bestaat, zich positief kan richten op het vervullen der taken, waarvoor ons volk zich gesteld ziet. Dit zal alleen mogelijk zijn als Gij, leden van de volksvertegenwoordiging, in voortdurend contact met ons volk in al zijn geledingen, daaraan Uw medewerking verleent.
      The Government (...) wants to promote that the critical interest in public affairs, which exists among many, can focus positively on the fulfilment of the tasks facing our people. This will only be possible if Ye, members of parliament, in constant contact with our people in all its parts, lend your cooperation to this.
    • 1996, H. Boels & Joh. de Vries, "De thesaurier-generaal in een veranderende wereld", in Van tresorier tot thesaurier-generaal: zes eeuwen financieel beleid in handen van een hoge Nederlandse ambtsdrager, 283.
      Binnen het politieke bestel speelden drie groepen een rol: de koning, de ministers en de volksvertegenwoordiging.
      (please add an English translation of this quotation)
edit